Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Rilland-Bath

betekenis & definitie

Rilland-Bath - gem. in het uiterste Oosten van Zuid-Beveland; 974 H.A., alles kleigrond, die als bouwland wordt gebruikt. De gem. is gevormd uit de heerlijkheden Rilland, Bath en Maire. In 1540 liep R. onder en bleef tot 1694 „drijvende”, toen met de inpoldering begonnen werd, die tot ’t midden der 19de eeuw werd voortgezet. De gem. telt 2300 inw., die aan landbouw en visscherij doen.

Zij bevat het dorp R., de buurt Maire en het fort Bath. Het dorp R. ligt niet ver van de spoorlijn over ’t eil. en telt 1400 inw. Het was vroeger een aanzienlijke plaats, waarvan de Heeren tol hieven van de schepen op de Hont. De heerlijkheid Maire (ook Meere of ter Meere geschreven) wordt reeds ten tijde van Dirk V vermeld; in 1532 werd zij overstroomd en eerst sedert 1694 weer bedijkt. De heerlijkheid Bath, met een dorp van dien naam, liep in 1539 onder en werd sedert 1773 weer gedeeltelijk bedijkt.

< >