Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Renoir (auguste)

betekenis & definitie

Renoir (Auguste), schilder, geb. te Limoges 1841, overl. Dec. 1919. Hij begon als porseleinschilder, studeerde dan in ’t atelier Gleyre te Parijs 1861—62, treft daar Monet en Sisley, gaat met hen zomers naar Ohailly, komt in kennis met Diaz. In 1863 ziet hij Courbet’s kunst op de Expos. des réfusés, ondervindt van diens werken grooten invloed (Le Cabaret de la mère Anthony, 1866).

Met en onder invloed van Monet komt hij dan ± 1870 tot het luminisme ; doch hij wijkt steeds meer van de neoimpressionisten af; eerst zich wendend tot Delacroix, wordt hem vorm en rhytme van steeds meer beteekenis. Zijn verwantschap met Ingres en vooral met de meesters van ’t rokoko, m. n. Fragonard, blijkt tenslotte, vooral in z’n pastels. Hij schilderde vooral portretten, figuren buiten en in interieurs ; ook zijn naaktfiguren en stillevens zijn van belang. Voorbeelden van zijn verschillende periodes zijn: La Loge 1874, Moulin de la Gallette 1876, Déjeuner des Canotiers 1881, Baigneuses 1885, Au Jardin, 1886. Litt.: Theodore Duret, A. R.; J. Meier-Graeffe, A. R. (München 1911); Casper Niehaus, Els. Mft. 1917.

< >