Rekenplicht - Ieder, die voor een ander eenig beheer heeft gevoerd, is daarover aan dezen rekening en verantwoording schuldig. Voor het geval hij daarin nalatig is, geven artt. 771 en v.v. Rv. den weg aan hem daartoe te nopen. Wie recht heeft op rekening en verantw., roept dan den rekenplichtige bij dagvaarding voor .den rechter, opdat deze een rechter-commissaris benoemt, te wiens overstaan de rekening zal worden gedaan op straffe van beslag op en verkoop van de goederen van den nalatige tot een bij het vonnis te bepalen bedrag (art. 772). Wordt rekening gedaan, zoo kan de belanghebbende (de z.g.n. gerendeerde) in een schriftuur van debat daartegen bezwaren inbrengen, waarop de rekenplichtige (de z.g.n. rendant) de rekening kan verdedigen in een memorie van contradebat (art. 777).
Daarna zal de rechter-commissaris trachten partijen te vereenigen. Gelukt dit niet, dan doet de rechtbank uitspraak (art. 778) en stelt het saldo vast (art. 779). Deze procedure is ook voorgeschreven voor geval de rekenplichtige rekening wenscht te doen, en de belanghebbende in gebreke blijft haar op te nemen en af te sluiten (art. 782). Artt. 784 en vv. geven aan hoe rekenplichtigen moeten handelen, wanneer zij rekening hebben af te leggen, hetzij aan een massa van belanghebbenden, hetzij aan belanghebbenden, welke slechts ten deele bekend zijn, hetzij aan belanghebbenden, welke geheel of gedeeltelijk afwezig zijn. Zie voor de publiekrechtelijke rekenplicht COMPTABILITEIT.