Reinheid (Karl Leonhard), Duitsch wijsgeer, 1758—1823, werd in Oostenrijk door Jezuïeten opgevoed, vluchtte naar Duitschland, waar hij Wieland’s dochter huwde, professor te Jena werd en in 1787 in Wieland’s Teutscher Merkur zijn beroemde Brieven over Kant's Filosofie publiceerde, die Kant’s leer in wijde kringen bekend en populair maakten. Maar weldra bevredigde hemzelf deze leer niet langer. Verder strevend dan een „kritische” fil., wil hij een systeem. In zijn Versuch einer neuen Theorie des Vorstellungsvermögens (1789) tracht hij Kant’s leer van het Ding an Sich te verbeteren en de twee stammen onzer kennis zinnelijkheid en denken als voortkomend uit één voorstellingsvermogen af te leiden.
Ook op dit standpunt bleef hij niet lang staan. Later naderde hij tot Bardili, nog later tot Fichte en Jacobi. Hij verloor zijn eenmaal machtigen invloed op de ontwikkeling van het Duitsche wijsgeerig denken en stierf bijna vergeten als prof. te Kiel.
