Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Regenmeter

betekenis & definitie

Regenmeter - De gevallen hoeveelheid regen wordt gemeten in een regenmeter, die bestaat uit een zinken bak met tuit, afgesloten door een dito trechter met een overstekenden nauwkeurig afgedraaiden en dus goed afsluitenden cirkelvormigen rand en met een opening van nauwkeurig 400 c.M.2. De trechterpijp reikt tot onder in den bak, zoodat een kleine hoeveelheid water de opening afsluit en waardoor de verdamping tot een minimum beperkt wordt. De tuit wordt met een dopje afgesloten. Het bijbehoorende kegelvormige maatglas, waarin het opgevangen regenwater wordt uitgeschonken, draagt een geijkte verdeeling, waarop onmiddellijk de hoogte wordt afgelezen van de waterlaag, die de neerslag over de aarde zou hebben gevormd, als alles op den bodem was blijven staan en niets was verdampt.

Bij de plaatsing van de regenmeters moeten zekere voorschriften in acht genomen worden. Ter bepaling van de hoeveelheid neerslag, die jaarlijks, maandelijks en dagelijks in verschillende streken valt, worden vanwege de meteorologische diensten in verschillende landen, op een groot aantal plaatsen regenmeters gesteld, die door bepaalde regenwaarnemers eens of meermalen per etmaal worden afgetapt (het aantal regenwaarnemers in ons land was in 1920 185). (Regenhoeveelheid, zie bij Klimaat van Nederland). Ter bepaling van de regenintensiteit en voor het bepalen van het begin en het einde van den regen zijn de hoofdobservatoria uitgerust met registreerende regenmeters.

< >