Redeke - (Heinrich Carl), geb. 1873 te Amsterdam, bezocht het Stedelijk Gymnasium en studeerde natuurwetenschappen aan de Amsterdamsche Universiteit, alwaar hij in 1898 promoveerde tot doctor in de plant- en dierkunde. In datzelfde jaar werd hij benoemd tot assistent van den toenmaligen Wetenschappelijken Adviseur in Visscherijzaken, dr. P. P. C. Hoek te Helder, wiens ambt hij waarnam, gedurende den tijd dat deze als secretaris-generaal van den Permanenten Internationalen Raad voor het Onderzoek der Zee te Kopenhagen vertoefde (1902— 1907) en dien hij als Directeur van het Zoölogisch Station der Nederlandsche Dierkundige Vereeniging te Helder opvolgde.
Na een reorganisatie van den wetenschappelijken dienst in het belang der visscherijen werd dr. Redeke in 1916 Directeur van het nog steeds te Helder gevestigde Rijksinstituut voor Biologisch Visscherijonderzoek. — Van zijn hand verschenen, behalve een aantal kleinere verhandelingen over visschen en visscherijen, een rapport over de visscherij in de Zuiderzee (1907) en over de levenswijze van de schol en de scholvisscherij in de Noordzee (1909). In de laatste jaren houdt hij zich meer in het bijzonder bezig met onderzoekingen op het gebied der zoetwatervisscherijen en de hydrobiologie onzer binnenwateren.