Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Querido (israël)

betekenis & definitie

Querido (israël) - Nederl. letterkundige, geb. te Amsterdam (1874) in een diamantwerkersmilieu; zou eerst horlogemaker worden, maar werd tenslotte voor het diamantvak opgeleid. Schreef reeds op zijn 17de jaar verzen, die in 1894 als Verzen en Gedichten van Theo Reeder verschenen. Ontwikkelde zich door zelf-studie en nam ontzaglijk veel in zich op; het diamantvak liet hij varen om zich geheel aan de literatuur en andere kunsten te kunnen wijden. Hij bezit thans een universeele kennis en drong in in allerlei gebieden van wetenschap; hij heeft een hartstochtelijke levensliefde, waardoor hij in staat is zulke grootsche figuren te scheppen als hij doet.

Voor al zijn werk maakt hij lange, practische of theoretische, voorstudiën; voor zijn „Jordaan” zwierf hij maandenlang in die stadswijk rond, voor zijn „Oude Waereld” las hij een aantal boeken, zoo groot als vakmenschen niet eens hebben gedaan. Niet ten onrechte acht men hem den grootsten epicus van onzen tijd; zijn Oostersch temperament straalt in al zijn werken door: zij worden gekenmerkt door te groote heftigheid, hier en daar opgeschroefdheid. Intusschen kan niet ontkend worden, dat zijn zelfbeheersching in de latere jaren grooter is geworden. Na zijn jeugd-verzen kwamen eerst nog Meditaties over Literatuur en Leven I (1897) en Studiën over Tijdgenooten I, Frank v. d. Goes; daarna temidden van allerlei critische artt. in tijdschriften en dagbladen een onafgebroken serie romans: Levensgang (roman uit de diamantwerkerswereld, 1900), Menschenwee (1903), Zegepraal (1904), Kunstenaarsleven (1906), De Jordaan, I en II, De Oude Waereld, deel I: Koningen (1918), deel II: Zonsopgang (1920), deel III: Morgenland (1921). Studie’s, essays, critieken verzamelde hij in tal van bundels: Over Literatuur, Literatuur en Kunst, Arbeid, Van den Akker, Geschreven Portretten (1912), Muziek, Tooneel en Litteratuur, Studiën I en II, Letterkundig Leven I en II (1916-17), Van Verbeelding en Werkelijkheid (1918), De Jeugd van Beethoven (1919), Van Verleden en Heden (1919).

Voor het tooneel schreef hij Saul en David (Bijbelsche tragedie), Aron Lagunza. Deze stukken zijn minder gelukt en maakten geen grooten opgang; novellen: Melvina en andere Verhalen, een historische karakterstudie: Napoleon; over biljarten: Van het groene Laken. Zijn boeken worden veel gelezen, zijn Jordaan bereikte een 9den druk. „Menschenwee” werd in het Engelsch vertaald als „Toil of men”. Van de „Jordaan” bestaat een groot plan in 20 deelen, ook „De Oude Waereld” moet tot vele deelen uitgroeien.

< >