Queensland, - „Original State” van het Britsche Dominion „Commonwealth of Australia”, 1.736.600 K.M.2, 705.000 inw. Het omvat het N.O. gedeelte van Nieuw-Holland, n.l. het N. gedeelte van het Oostelijk vouwingsgebergte, dat in ’t N. in Kaap York uitloopt en dat in ’t N. uit graniet, in ’t Z. uit palaeozoïsche lagen en eruptief gesteente bestaat. Hoogste top is de 1658 M. hooge Mount Barttle Frere. Ten W. van dit gebergte ligt een vlak tafelland.
In ’t N. en O. stroomen verschillende rivieren, zooals de Burdekin en de Fitz Roy naar de Oostkust, de Mitchell en de Flinders naar de Golf van Carpentaria. In ’t Z.W. vindt men slechts Creeks, die periodiek water voeren en uitmonden in het merengebied van Zuid-Australië. Het klimaat is in ’t N. tropisch (Somerset, bij Kaap York, heeft een gem. jaartemp. van 26.3°), in ’t Z. subtropisch (Brisbane; Juli 13.8°, Januari 24.8°). De neerslag neemt van het N.O. naar het Z.W. af. (Somerset 2083 m.M., Brisbane 1330 m.M., in het binnenland 1000 tot 500 m.M.). Hier wisselen met boomen begroeide grasvlakten, spinifexsteppen, lichte eucalyptuswouden met elkander af, terwijl de Oostelijke hellingen van de gebergten met dichte wouden bedekt zijn, die in ’t N. een zuiver tropisch karakter hebben. De oorspronkelijke bevolking (Australische Negers) wordt op 20.000 geschat; verder wonen er nog 15.000 van andere gekleurde rassen, vooral Oost-Aziaten. De hoofdbevolking is grootendeels van Engelsche afkomst. In 1842 had Q. 2200, in 1881 213.000, in 1901 498.000, in 1918 705.600 blanke inw. De Zuidelijke districten zijn het dichtst bewoond.
De immigratie van Chineezen wordt zooveel mogelijk tegengewerkt, wat zeer nadeelig is voor de ontwikkeling van den plantagebouw. De landbouw levert maïs, tarwe (in ’t Z.), verschillende soorten van vruchten (bananen, ananassen, sinaasappelen, wijn, pompoenen en meloenen). De plantagebouw in ’t N. vooral suikerriet. In het binnenland is vooral de veeteelt belangrijk (schapen en runderen). Mijnbouw: vooral steenkool, goud, koper. De rijkste goudmijnen komen in den Mount Morgan, Westelijk van Rockhampton, voor.
De vroeger belangrijke walvischvangst is achteruitgegaan. De voornaamste visscherijproducten zijn tripang, paarlen en perlemoer, vooral in de Torresstraat en op het groote Barrière rif, dat de Oostkust begeleidt. De wouden leveren steeds meer hout. De industrie houdt zich vooral bezig met het verwerken van veeteelt- en landbouwproducten: bevroren vleesch, talk, suiker en rhum. In 1913 bedroeg de import £ 6.714.942, de export £ 12.352.748; in 1917-18 waren deze cijfers £ 4.489.213 en £ 10.953.767. Brisbane is de hoofdstad.