Presbyterianen. - Met den naam P. werd aanvankelijk die groep van Protestanten aangeduid, die sedert de Hervorming der 16de eeuw in Engeland het bisschoppelijk stelsel van de Staatskerk verwierpen en een organisatie voorstonden, waarbij de grondslag gevonden wordt in het presbyterium (raad van oudsten = presbuteroi, Gr.) of den kerkeraad. Zij stellen boven de plaatselijke gemeenten een classis met haar vergadering van predikanten en ouderlingen, die uit hun midden benoemen een synode als hoogste kerkelijke macht (het z.g.n. presbyteriaal-synodaal stelsel, een zuiver Calvinistische kerkorde, ook in ons land ingevoerd). Door aldus een georganiseerde algemeene volkskerk te beoogen, onderscheidden zich de presbyterianen van de andere puriteinen, die als „independenten” of „congregationalisten” elke gemeente op zich zelve als een eenheid beschouwden, welke volkomen bevoegd is, haar aangelegenheden naar eigen inzicht te regelen.— Het pr. stelsel, dat in Schotland reeds in 1560 (aanneming van het „book of discipline”) onder invloed van John Knox was ingevoerd en sedert zich wist te handhaven, ook tijdens de onderdrukkingspogingen in de 17de eeuw, veroorzaakte in Engeland veel strijd. Wel moesten ook in Schotland de presbyterianen iets toegeven, b.v. toen zij staats- en patronaatsrechten erkenden en uitbreidden, en de episcopale kerk toelieten ; maar in Engeland hadden zij een harden strijd te voeren tegen de episcopale kerk.
Na de revolutie van 1642 hadden zij een oogenblik kans de macht in handen te krijgen door de z.g.n. Westminstersynode (1643—47), maar zij werden tenslotte door de independenten onder Cromwell overvleugeld (1648). Tengevolge van de Restauratie der Stuarts (1660) kreeg de bisschoppelijke Staatskerk weer alle macht en werden de Protestantsche Dissenters meedoogenloos vervolgd. Toen door de revolutie van 1688 aan de romaniseerende politiek der Stuarts een einde was gemaakt, gaf Willem III in 1689 de Tolerantie-acte, waarbij o. a. aan de Pr. godsdienstvrijheid werd toegestaan, onder allerlei beperkende voorwaarden. Eerst in de negentiende eeuw werden deze beperkende bepalingen opgeheven en kan er eigenlijk eerst gesproken worden van een presbyteriale kerk. Verschillende organisaties sloten zich in 1876 aaneen tot de „Presbyterian Church of England”, die met de „Welsh Presbyterians” (van Wales) en de „United Free Church of Scotland” een driejaarlijksch „councïl” vormen. Hiertoe behooren niet de „Presbyterian Church of Ireland” en de Schotsche Staatskerk: de „Church of Scotland”. Daarnaast komen nog op zich zelf staande pr. kerken voor. Ook in Amerika heeft men een verscheidenheid van pr. kerken, waarvan de grootste is de „Presbyterian Church in the U. S. of A.”,en een door de Negerbevolking gevormde „Coloured Pr.
Ch. of the U. S. and Canada”. Daar ook de Nederlanders een pr. kerkorde bezitten, kan men in Amerika de „Reformed Protestant Dutch Church” en andere Hollandsche kerken tot de pr. rekenen. Zoo wordt het woord thans in ruimere beteekenis gebruikt dan in de zestiende eeuw. — In 1877 werd de „pr. alliantie” gevormd, die om de vier jaren een „panpresbyterian council” houdt, waaraan deelgenomen wordt door de gezamenlijke pr. kerken in Engel., Schotl. en Ierl., in de Ver. Staten, in Canada en van het vasteland van Europa. Zij geeft een gemeenschappelijk orgaan de „Quarterly Register”, uit. Men berekent dat tot deze alliantie ongeveer 30 millioen Christenen van Gereformeerde Belijdenis zijn toegetreden. Ook de pr. zendingskerken behooren er toe. De Pr. hebben n.l. een krachtige zendingswerkzaamheid ontwikkeld in Argentinië, Australië, Canada, China, Indië, Japan, Kongo, Korea, Mandsjoerije, Palestina, Perzië, Syrië, waar verschillende pr. denominaties werkzaam zijn.
Wij noemen de English Presbyterian Mission, opger. 1847, met ongev. 76 zendelingen in Bengalen, Malakka en China; Church of Scotland Miss. Soc., opger. 1824, met ongev. 132 z. in Afrika, Voor-Indië, China; United Free Church of Scotland Mission, 1843 en 1847, met ongev. 334 z. in Zuid-, West- en Midden-Afrika, Jamaica, Syrië, Arabië, VoorIndië, China, Nieuw-Hebriden ; Irish Pr. Church Miss. Society, 1840, met ongev. 78 z. in VoorIndië en Mandsjoerije ; Pr. Church of the United States Mission (North), 1837, met ongev. 570 z. onder de Indianen van N.-Amerika, Westel.
Midden-Afrika, Syrië, Perzië, Voor-Indië, Siam, China, Korea; dezelfde (South), 1861, met ongev. 90 z. in Kongo, China, Japan, Korea; Pr. Church of Canada Mission, 1861, met ongev. 153 z. in West-Indië, Voor-Indië, China, Formosa, Korea, Oceanië, enz. Litt.: Howarb, The Rise and Progress of Presbyterianism (1898); A. H. Drysdale, History of the Pr. in England (1889) ; J. Vant Stephens, The Pr. Churches, Divisions and Unions in Scotl., Irel., Canada a. America (Philadelphia 1910).