Prairie - uitgestrekte steppevlakte, een tafelland in Noord-Amerika, dat zich ten O. van de Rocky Mountains uitstrekt tot ongeveer de meridiaan van 95° W.L. en een oppervlakte beslaat van niet minder dan 1 ½ millioen K.M.2 Van W. naar O. helt de vlakte, zooals uit den loop der rivieren duidelijk is te zien. Er komen heuvelrijen en afzonderlijke, rotsige tafelbergen voor, mesa’s genaamd; elders over een afstand van 3 K.M. inzinkingen van 30 en meer M. diepte. De bodem bestaat voor een aanzienlijk deel uit zand, zooals in de Llanos estacados of Staked plains op de grens van Texas en Nieuw-Mexico en uit mergel, zooals de moeilijk begaanbare Badlands (Mauvaises terres) tusschen Platte Rivier en Missouri, terwijl zich op vele plaatsen löss bevindt. Het ontbreken van boomgroei is meer een gevolg van droogte, dan van onvruchtbaarheid; dit is wel het geval in het uiterste W., waar veel alkalische zouten voorkomen.
Langs de rivieren, op de Ozark Bergen en op plaatsen, waar artesische putten geslagen zijn of op andere wijze irrigatie plaats heeft, groeien wel boomen. Het grootste deel der prairie is echter begroeid met het z.g.n. steppe- of buffelgras, dat vaak meer dan manshoogte bereikt; daartusschen veel cactussen en zonnebloemen. De prairiefauna had tot voor kort een eigen karakter. Voornaamste dieren waren: bison, honden en wolven, benevens milliarden sprinkhanen. Vele dezer dieren kwamen bij de beruchte prairiebranden in de rook of vlammen om, maar uitgeroeid werd de fauna in hoofdzaak, toen de Europeanen het land in bezit namen. Bij het begin der 16de eeuw vestigden zich Spanjaarden in het Z. (aldaar nog vele Spaansche namen), terwijl in het midden der 16de eeuw de Franschen van het Noorden (St. Laurens) uit in dit gebied binnendrongen, dat zij den naam prairies = weiden, hebben gegeven.
Eerst in het midden van de 19de eeuw, toen de rijke goudvelden van het verre Westen een machtige aantrekking werden voor de bewoners van het Oosten der Unie, waren het de Amerikanen, die over de Mississippi heendrongen, om dit onmetelijk land economisch te exploiteeren en politiek te organiseeren. De aanleg van de Pacific-spoorwegen is daarbij van onschatbaren dienst geweest. Het meest geschikt bleek de prairie voor een extensieve veeteelt op ranches (ranchos) onder hoede van de vermaarde cowboys. Kudden runderen, paarden, schapen, varkens, enz. Voor den landbouw is alleen het Oostelijk deel geschikt; de pogingen om door middel van kunstmatige bevloeiïng op groote schaal den landbouw uit te breiden, zijn herhaaldelijk mislukt, wanneer men tè ver Westwaarts drong. — Van zeer groote beteekenis is de exploitatie der bodemschatten, voornamelijk de steenkolenvelden in het gebied der Missouri en Midden-Texas en de petroleumvelden van Oklahoma, Kansas en vooral van Texas. De Indianen zijn meest in Reservations teruggedrongen.