Plagioklasen - of kalknatronveldspaten, groep van belangrijke gesteentevormende mineralen, alle tusschenvormen omvattend tusschen albiet, ab, NaAlSi3O8 eenerzijds en anorthiet, an, CaAI2Si208 anderzijds. De tusschentermen zijn oligoklaas, andesien, labrador, bytowniet en anorthiet. Hoewel de eindtermen ab en an niet volkomen overeenstemmende samenstelling hebben en er om die reden uit theoretisch oogpunt bezwaar tegen moet worden gemaakt ze isomorf te noemen, gedraagt de geheele reeks zich toch als een typisch isomorfe. Menging der beide eindtermen schijnt in elke verhouding mogelijk te zijn en alle constanten veranderen geleidelijk met toenemend gehalte van anorthiet.
De p. kristalliseeren triklien en zijn in den regel gebouwd als poly-synthetische tweelingen volgens het brachypinakoide (albietiet) minder veelvuldig, tegelijkertijd of uitsluitend met de b-as als tweeling-as (periklieniet), waarbij, wegens het daarbij gewoonlijk als vergroeiïngsvlak optredende vlak, de lamellensystemen der beide tweelingwetten nagenoeg loodrecht op elkaar staan. Splijting volgens basis en brachypinakoide, twee scheefhoekig op elkaar staande vlakken ; aan dezen scheeven splijthoek is de naam ontleend. Hoofdbestanddeel van alle stollingsgesteenten der normale, kalkalkalireeks van graniet tot en met gabbro, van lipariet tot en met basalt. De ab-rijkere, zuurdere termen uit het eerste gedeelte der reeks zijn kenmerkend voor de zuurdere gesteenten, de an-rijkere voor gabbro.