Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Phlogistontheorie

betekenis & definitie

Phlogistontheorie - een door Stahl (1660—1734) opgestelde theorie ter verklaring der verbrandings- en oxydatieverschijnselen. Volgens deze theorie berustte het verbranden van een stof op het ontwijken van een hypothetische stof, het Phlogiston. Naarmate stoffen meer phlogiston bevatten, waren zij meer brandbaar. Een vuurverschijnsel was het heftig uitdrijven van die stof.

Stoffen, die rijk eraan waren, konden een deel aan andere stoffen overdragen, die daardoor weer konden teruggevoerd worden in een aan phlogiston rijkeren vorm. Koolstof en waterstof waren dergelijke aan p. rijke stoffen, ja men heeft een tijdlang de laatste stof voor de zuivere p. gehouden. De metalen bevatten ook een zekere hoeveelheid, doch bij het branden of het roesten kwam deze vrij en gingen zij over in de z.g.n. metaalkalken (oxyden). Het feit, dat in een gesloten ruimte de verbranding, zelfs van zeer brandbare stoffen, spoedig ophield, werd zoo verklaard, dat dan die ruimte aan p. verzadigd was. De verklaring van het feit, dat een gewreven voorwerp voortdurend warmte (stof) kon blijven afgeven, bleef moeilijkheden bieden. — Deze theorie, die de oxydatieverschijnselen onder één gezichtspunt heeft leeren zien, heeft groote verdienste gehad. Zij was veroordeeld op het oogenblik, dat men beteekenis ging hechten aan de gewichtsverandering, die bij de oxydaties optrad. Dit geschiedde door de proeven van Lavoisier (1774).

< >