Peripatetici - zijn de aanhangers der wijsbegeerte van Aristoteles. Zie aldaar. Aristoteles’ directe leerlingen waren Eudemus van Rhodus (onzelfstandig), Aristoxenus v. Tarente (tevens Pythagoraëer, theoreticus en historicus der muziek), Dikaearchus v. Messana (die den natuurtoestand verheerlijkte) en Strato v. Lampsakos (meer materialist en pantheïst, bestrijder van de onsterfelijkheid der ziel). — Met de uitgave van Aristoteles’ werken door Andronicus van Rhodus (le eeuw v. C.) begon van den kant der Peripatetici een onvermoeide filologische werkzaamheid in het verklaren en corrigeeren der Ar. teksten (vooral Alexander van Afrodisias, 200 n. C. en Simplicius 550 n. C.). Velen dezer perip. verbinden eklektisch leerstellingen van Ar. met die van Plato, de Stoa en de Neoplatonici. — De M.eeuwsche scholastiek kende eerst slechts een klein deel van Aristoteles’ werken ; meer ervan werd bekend door de Arabisch-Joodsche filosofen, hun vertalingen en in Neoplatonischen geest bewerkte commentaren. Eindelijk 1250 had de Scholastiek den geheelen Arist. in handen, die een geweldige autoriteit verkreeg en als „voorlooper van Christus in de natuurlijke dingen” vereerd werd.
In den Renaissancetijd splitsten zich de Aristotelici (hoofdzetel de Universiteit van Padua) in Averroïsten (de meer pantheïstische uitlegging van Averroes volgend) en Alexandristen (tot de naturalistische opvatting v. A. van Afrodisias neigend). Bestreden werden beide door de Platonici. In Melanchthon, Suarez werkte de Perip fil. nog krachtig. Door Baco’s empirisme, het rationalisme van Descartes en de zich machtig ontwikkelende nieu, were natuurwetenschap wordt Ar. teruggedrongen, om dan (afgezien van het R.-Kath. Neo-Thomisme) in de 19e eeuw door afzonderlijke denkers als Trendelenburg, Brentano e. a. hernieuwd te worden.