Pascoli - Giovanni Pascoli, Italiaansch dichter, geb. te S. Mauro in Romagna, 1855. Hij ontving zijn eerste onderwijs te Urbino en te Florence en ging in 1874 in Bologna studeeren, waar hij een leerling van Carducci werd. Na leeraar geweest te zijn in Matera, in Massa en Livorno, werd hij in 1891 professor in Grieksche en Latijnsche grammatica te Bologna, in 1897 in Lat. letterkunde in Messina en in 1903 in Grieksche en Lat. grammatica in Pisa. In 1904 keerde hij naar Bologna terug om Carducci op te volgen.
Hij stierf in 1912. P. neemt een eerste plaats in onder de dichters van zijn tijd. Uit zijn bundels Myricae (1891-1900), Poemetti (1897-1900), Canti di Castelvecchio (1903), spreekt groote liefde voor het eenvoudige, landelijke leven en voor de familie. Over veel van zijn gedichten ligt een waas van droefheid (de dood van zijn vader, die vermoord werd, toen hij een kind was, had diepen indruk op hem gemaakt). De vorm is heel fijn.
Latere bundels zijn Poemi conviviali (1904), Odi e Inni (1906). Verder hebben wij van hem belangrijke werken over Dante en de Lat. epische en lyrische poëzie. Ook heeft P. zich naam gemaakt door zijn Latijnsche gedichten, waarmee hij in den Hoeufftiaanschen wedstrijd tallooze malen den prijs heeft behaald. Zie J. J. Hartman, De Lat. poëzie van G. P. (Leiden 1919).