Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Parlament

betekenis & definitie

Parlament, - 1) naam, waarmede men in ’t algemeen aanduidt de volksvertegenwoordiging;

2) naam, waaronder men in ’t bijzonder verstaat 't p. van Engeland n.l. House of Lords en House of Commons. Voor ’t eerst werd ’t woord parlamentum gebruikt in 1246, waarmede men dan bedoelt het Concilium of colloquium, bestaande uit hooge edelen, die toezicht moesten uitoefenen op de nakoming van de Magna Charta. Nadat Simon van Montfort ook afgevaardigden van de burgerij in dezen raad had opgenomen (1264), werd het tijdens Eduard VII de gewoonte, de leden van ’t parlem. te splitsen in leden behoorende tot de burgers en lagen adel (House of Commons) en leden behoorende tot den hoogen adel en geestelijkheid (House of Lords). Deze indeeling is tot den huidigen dag blijven bestaan, zij het dan ook dat geleidelijk ’t kiesrecht voor ’t House of Commons en de macht van ’t House of Lords gewijzigd is (zie GROOT-BRITTANNIE, Geschied.), (over het Iersche parl. zie IERLAND; over het Schotsche parl. zie SCHOTLAND). Litt.: J. Howard Masterman, Parliament its History and work (1912); J. Howard Masterman, A history of British Constitution (1918). — 3) Naam, waarmede men in Frankrijk aanduidt het kon. gerechtshof (curia regis), dat in Parijs zetelde. Jaarlijks kwam het van 1303 af bijeen, terwijl commissies uit ’t p. de provincies afreizen (grands jours de Troyes; Echiquiers de Troyes). Een belangrijke verandering onderging ’t p. in 1467, toen Lod. XI de leden voor onafzetbaar verklaarde en p. vestigde in Grenoble, Dijon en Bordeaux. In de volgende eeuwen werden ook nog in andere plaatsen p. opgericht.

Aangezien de p. belast waren met ’t inschrijven der wetten, konden zij daardoor een belangrijken invloed op de regeering uitoefenen, waaraan Richelieu door ’t houden van lits de justice (zie RICHELIEU) een einde maakte. In de 18e eeuw kwamen de p. herhaaldelijk in conflict met de regeering, waarbij zij door ’t voorstaan van verdraagzaamheid op ’t gebied van godsd. een groot deel van de bevolking aan hun zijde hadden. Door lits de justice, lettres de cachet moest de reg. hun tegenstand breken. In 1771 werd door min. Manpure een eind gemaakt aan het bestaan der p., hetgeen een groot conflict deed ontstaan. Lod. XVI herstelde de p., die door hun conservatisme ’t streven om te komen tot verbetering tegenwerkten. Met het tot stand komen van de constitutie van 1791 was er geen plaats meer voor de parl., die dan ook opgeheven werden. Litt.: Aubrit, Le parlement de Paris de Philippe le Bel à Charles VII (1887).

< >