Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Pareau

betekenis & definitie

Pareau - 1) Jean Henri, Nederl. oriëntalist, te Amsterdam, geboren in 1761, studeerde te Amsterdam en Leiden, werd Waalsch predikant en hoogleeraar te Deventer (1789), te Harderwijk (1804) en te Utrecht (1810), waarmede hij in 1812 het leeraarsambt bij de Waalsche gemeente aldaar vereenigde. In 1826 legde hij den predikdienst neder, ontving in 1831 zijn emeritaat en stierf in 1833. Hij schreef o. a. Antiquitates Hebraicae (Utr. 1817, herdr. 1823 en 1832).

Ook gaf hij in het Kon. Instituut twee Lat. verhandelingen: over het dichtstuk Kasida al Maksoura van Ibn Doreid (1818) en over Amralkeis Moallaka (1827).

2) Louis Gerlach, (1800-1866), Nederlandsch theoloog, 1831 prof. in de theologie te Groningen, met Hofstede de Groot de steunpilaar der Groninger Richting en haar eigenlijke dogmaticus, mede-redacteur van het aan de Groningsche theologie gewijde tijdschrift „Waarheid in Liefde” (sedert 1836). Hij was een sterk tegenstander van de Afscheiding van 1834. Hij werkte krachtig mede aan de Groninger handboeken als: Encyclopaedia theologi Christiani met Hofstede de Groot (1840), 18513; Hermeneutica Codicis sacri (1846); Initia lnstitutionis Christ. moralis (1842); Lineamenta theol. Christ. universalis met Hofstede de Groot (1840), 18483. — Zie Heerspink, De Godgeleerdh. en hare beoef. aan de Hoogeschool te Groningen II, (1875); Jonckbloet, Gedenkboek der Hoogeschool te Groningen (1864), bl. 139-143.

< >