Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Oxydatiezone

betekenis & definitie

Oxydatiezone, - het bovenste, in den dag tredende, gedeelte van ertsgangen, dat den oxydeerenden invloed van de zuurstof uit de atmosfeer ondergaan heeft en dientengevolge sterk in samenstelling gewijzigd is. De aanvankelijk aanwezige, primaire ertsen zijn in den regel sulfidisch: chalkopyriet bij koper-, galeniet bij lood-, sfaleriet bij zinkertsen, enz. Pyriet is daar meestal overvloedig bijgemengd; goud en zilver zijn, indien aanwezig, in kleine gehalten over de ertsen verdeeld. De processen, die zich afspelen, zijn van samengestelden aard en in bijzonderheden niet bekend; zij zullen ook niet steeds op dezelfde wijze verloopen maar zich wijzigen met de omstandigheden.

Zeker is, dat de gemakkelijk oxydeerbare pyriet en het chemisch daarmee overeenkomende markasiet, FeS2, steeds een belangrijke rol spelen. Het, bij de oxydatie daarvan zich vormende, zwavelzuur of ook ferrisulfaat werkt oplossend bijv. op kopersulfiden:

FeS2 + 70 + H20 = FeS04 + H2S04 6FeS04 + 3H20 = 2Fe2S04)3 + Fe2(OH)4 Cu2S + 2Fe2(SO,)3 = 2CuS04 + 4FeS04 + S ; het gevormde kopersulfaat zakt in ’t algemeen in de diepte en geeft in de cementatiezone aanleiding tot nieuwe reacties. Ook zilver kan opgelost en naar beneden afgevoerd worden.— Het ferrosulfaat, in den regel in ver overheerschende hoeveelheid aanwezig, oxydeert zich snel tot ferrisulfaat en hieruit scheiden zich door hydrolyse bruin en rood gekleurde meer en minder waterhoudende ijzeroxyden af, tot den watervrijen haematiet toe. Deze sterk gekleurde massa’s van ijzeroxyden zijn het meest opvallende bestanddeel der geoxydeerde gangen; men noemt ze den ijzeren hoed (Eng. gossan) van de gang. Als een kenmerkende bruine streep kan men zulk een ijzeren hoed dikwijls aan de oppervlakte volgen: een werkzaam hulpmiddel bij het opsporen van ertsgangen. — Het goud, dat aanvankelijk onzichtbaar fijn verdeeld was, vindt men na de oxydatie gedeeltelijk als fijne schubjes tusschen de ijzeroxyden; in den regel is een grooter gedeelte in opgelosten toestand weggezakt; ook het zilver kan gedeeltelijk in de oxydatiezone als gedegen metaal achterblijven; evenzoo lood als cerussiet of anglesiet; koper treffen wij aan als azuriet, malachiet, kupriet en gedegen koper, zink als smithsoniet en calamien. Menigmaal zijn de geoxydeerde ertsmassa’s gemakkelijker te scheiden of te smelten dan de primaire gangvulling. Bovendien heeft, bijv. bij koperertsen, de oxydatie een zeer gewaardeerde concentratie van het metaal in een diepere zone ten gevolge, De aanwezigheid van een zwaren ijzeren hoed wordt daarom als een gunstig teeken beschouwd, zooals blijkt uit de oude mijnwerkerspreuk:

Es tut kein Gang so gut Er hat denn einen eisernen Hut.

en uit de Engelsche:

Gossan rides a high horse.

Wat thans nog als ijzeren hoed aanwezig is, is echter in het algemeen slechts een deel van de uitgeloogde gangresten. Een gedeelte is door erosie verwijderd. In Skandinavië hebben de gletsjers in den dikmalen tijd alle oxydatieproducten afgeschaafd en de ijzeren hoed, die zich sedert nieuw gevormd heeft, is niet meer dan enkele Meters dik. — Onder abnormale omstandigheden geeft de oxydatie aanleiding tot de vorming van afwijkende mineralen; de aanwezigheid van chloriden leidt in de regenarme gebieden van Chili, Bolivia, Peru, Mexiko en de woestijngebieden der Rocky Mountains tot de vorming van zilverhalogeenverbindingen. Kleine hoeveelheden van phosphorzuur, arseen, antimoon, kobalt, nikkel, uraan, chroom, vanadium, molybdeen doen allerlei, hier niet verder te noemen, mineralen ontstaan, zoodat de o. zich kenmerkt door een groote verscheidenheid van mineralen.

Oxyde, verbinding met zuurstof; maar in tegenstelling met oxydule, de hoogere, d. i. meer zuurstof bevattende verbinding. Wegens de groote beteekenis, die de zuurstof en haar verbindingen hebben, is een groot deel van de chemie gewijd aan de studie en kennis van o. Men onderscheidt zuurvormende, basevormende en neutrale o., al naar zij met de bestanddeelen van het water verbonden, zuren, basen of geen van deze beide geven. Verder worden de o. aangeduid naar het aantal atomen zuurstof, dat zij bevatten, door middel van de Gr. telwoorden, terwijl een aantal hoogere, neutrale o. met twee atomen zuurstof als peroxyde plegen te worden aangeduid, waardoor hun karakter als oxydeerende stof tevens wordt tot uitdrukking gebracht. Over de mogelijkheid van vorming van de verschillende o., zie bij ZUURSTOF en de betreffende elementen.

< >