Oudewater, - gem. in Zuid-Holl., slechts 144 H. A. groot. Het stadje O. ligt op beide oevers v.
IJsel, heeft 3000 inw.; handel in kaas, touwslagerij, olieslagerij; 3 K.M. tram verbindt O. met het station van de spoorlijn Utrecht— Gouda. De stad moet reeds oud zijn, ofschoon zij niet voor 1239 in de oorkonden wordt vermeld. O. behoorde oorspronkelijk aan het Sticht; in 1265 ontving het van Bisschop Hendrik van Vianden stedelijke rechten, doch bisschop Jan van Nassau verpandde het in 1280 aan Floris V van Holland. Daar deze verpanding nooit werd ingelost, is O. aan Holland gebleven. Talrijke belegeringen heeft het van Stichtsche zijde doorstaan, waarbij het meestal werd veroverd en geplunderd; in 1575 werd het door de Spanjaarden uitgemoord.
De Herv. kerk is een zeer merkwaardig gebouw met een gedenkteeken voor den hoogleeraar Snellius. De Waag ontving van Karel den Vijfde het recht als „Heksenwaag” te dienen, d. w. z. hier werden verdachten van „tooverij” gewogen. Hadden zij een gewicht „accordeerende met hun lichaam” dan waren zij onschuldig. Tot uit Duitschland lieten zich velen wegen om een schriftelijk bewijs van onschuld te kunnen toonen. De oude gevangentoren, die een overblijfsel uit den Romeinschen tijd heette te zijn, werd in 1850 gesloopt.