Oudaan - (Joachim), Nederl. schrijver en dichter, geb. te Rijnsburg in 1628, overl. te Rotterdam in 1692, studeerde te Leiden, waar hij zich de genegenheid verwierf van den vermaarden Petrus Scriverius. Woonde daarna te Rotterdam, waar hij de tegelbakkerij van zijn schoonvader bestuurde en verkeerde vooral onder de „Collegianten”. Wijdde zich reeds zeer vroeg aan de literatuur, en gaf als eerste werk twee treurspelen Joanna Grey (1648, tegen Vondel’s „Maria Stuart”) en Koning Konradyn (1649). Later schreef hij nog meer treurspelen: Het verworpen Huis van Eli (1671); Servetus (1655); Haagsche Broedermoord (1672).
Van zijn stichtelijk-theologische poëzie worde genoemd: God en 't goddelijke gekent en doorzien uit de schepselen, Rome in zijn binnenste (tegen de Roomsche kerk), Op het boek de Atheisterye het mom-aanzigt afgerukt (tegen Spinoza), verder bezong hij vele staatsgebeurtenissen. Zijn psalmberijming is bij de Doopsgezinden langen tijd in gebruik geweest. Van zijn geloofsgenooten schreef hij een geschiedenis: Historie der Rijnsburgeren. Al zijn poëzie is uitgegeven in 3 deelen (1712) met een levensbeschrijving van David van Hoogstraten. Andere, nagelaten gedichten gaf Poot uit (1724).
