Orangisten - d. i. Oranjemannen, naar den koning-stadhouder Willem III, naam der Protestanten in Ulster, wier streven was instandhouding van het Engelsche oppergezag en het Protestantisme in Ierland. Zij vormden een orde, verdeeld in loges, ten tijde van den opstand in I. (1798) en vonden natuurlijk grooten bijval in Engeland, met name bij het koningshuis. Daarop werden ook in E. loges opgericht, strijdvereenigingen der Tories, van wie steeds het verzet uitging tegen de hervormingspogingen der tegenpartij, b.v. de emancipatie der Katholieken. In 1832 ontbond de Whig-regeering van lord Grey hun loges, wier grootmeester destijds prins Ernst August, hertog van Cumberland was, als gevaarlijk voor de orde.
Zij werden kort daarop, toen Wellington aan ’t bewind kwam, weer opgericht en hun agitatie ten gunste van de opvolging van den hertog van Cumberland bij overlijden van koning Willem IV veroorzaakte in 1836 onder een nieuwe Whig-regeering een onderzoek van staatswege over het bedrijf der Oranje-loges. Dit viel tegen deze uit, waarop zij uiteengingen op raad van den hertog van Cumberland. De naam O. is voor de Unionisten in Ulster in gebruik gebleven.