Oosterlingen (vreemde), - worden in Indië genoemd : Mooren, Arabieren en Chineezen; Mooren is een oude benaming vooral van Engelsch Indiërs, w.o. meest Klingaleezen voorkomen. Volgens art. 63 van het Regeeringsreglement worden de Vr. O. zooveel doenlijk in afzonderlijke wijken vereenigd, onder leiding van hun eigen hoofden ; bij ordonn. in Stb. 1919 no. 150 echter zijn voor Java en Madoera de beperkende bepalingen inzake het wonen van Vr. O. opgeheven met ingang van 1 Apr. 1919. De Chin. officieren en de daarmede gelijkstandige Hoofden van Vr.
O., geen Chineezen zijnde, worden door den Gouv.-Gen. benoemd; de titels zijn: majoor (b.v. majoor-Chinees), kapitein, luitenant, hoofd, wijkmeester. Te Batavia is een Chineesche raad, die alle zaken van inwendig beheer regelt en ter zake aan den resident voorstellen doet. Voor de toepassing der bepalingen van het Reg. Regl. enz. onderscheidenlijk op Europeanen, Inlanders en Vr. O. zie NEDERLANDSCH INDIË.
