Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Oorlogswinstbelasting

betekenis & definitie

Oorlogswinstbelasting - belasting, krachtens de wet van 22 Juni 1916, Stb. 288, laatstel. gew. 12 Mrt. 1921, Stb. 305, over de jaren 1914 t/m 1918 geheven van vermeerdering van inkomen of winst als onmiddellijk of middellijk gevolg van den oorlogstoestand. Iedere vermeerdering werd geacht een gevolg van den oorlogstoestand te zijn, indien en voor zoover het tegendeel niet aannemelijk werd gemaakt (art. 1). Ter vergelijking nam de wet het gemiddelde van inkomen of winst van 1911, 1912 en 1913 (art. 7).

Oorlogswinst van minder dan ƒ 1000 per jaar was vrij. Het heffingspercentage bedroeg, behoudens uitzondering voor kleine winsten 30 % (art. 26). — Ter tegemoetkoming in de zware kosten, welke de oorlog in het bijzonder voor sommige gemeenten had veroorzaakt, werd een deel van de opbrengst der oorlogswinstbelasting aan deze afgestaan. Zie K. B. van 5 Aug. 1918, Stb. 511 en 6 Aug. 1920, Stb. 686, gew. 27 Aug, 1920, Stb. 727 en Oct. 1920, Stb. 771.

< >