Ontzetting uit de ouderlijke macht - zie artt. 374a en 1951 B. W. en OUDERLIJKE MACHT ; ontz. uit de voogdij artt. 437—439, 430 en 1951 B. W. en VOOGDIJ ; ontz. uit het curatorschap artt. 437—439, 430 en 506 B. W.; ontz. van leden der rechterl. macht uit hun ambt art. 11 R.O.; ontz. van procureur uit zijn beroep art. 28 Regl. III.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk