Ontmanning (als religieus gebruik). - Naast de o. als profaan gebruik (zie CASTRATIE), komt ze ook reeds bij oude volken in den godsdienst voor. Bekend is de eunuch-priester in den dienst van godinnen: de Efezische Artemis, de Syrische Astarte, de „groote moeder” Kybele, enz. Befaamd zijn de ontmande Attis-Kybele-priesters, Galli geheeten. De eig. bedoeling dier religieuze o. staat niet vast.
Naast de verklaringen, die het gebruik uit profaan oogpunt zien, zijn er allerlei theorieën om de religieuze o. te verklaren: het zou zijn een vorm van ascese, of een toewijding der priesters aan de godin, die ze dienden (pars pro toto), of een magisch ceremoniëel om den gestorven vegetatiegod Attis op te wekken (de pudenda werden begraven !), of opwekking van ekstatischen waanzin, enz. Maar al deze verklaringen laten het feit onverklaard, dat de ontmande Attis-priesters vrouwenkleederen dragen. Dit laatste gebruik bracht tot de opvatting, dat het een middel was der priesters om zichzelf zooveel mogelijk gelijk te maken aan de godin. Ook in het Christendom kwam de o. sporadisch voor, waarbij Matth. 9 : 12 het theoretisch uitgangspunt was.