Onrechtmatige daad - Elke o. d., waardoor aan een ander schade wordt toegebracht, stelt hem, door wiens schuld die schade veroorzaakt is, in de verplichting om deze te vergoeden (art. 1401 B. W.). Hetzelfde geldt van schade veroorzaakt door nalatigheid of onvoorzichtigheid (art. 1402 B. W.). Wanneer een daad onrechtmatig is, zegt de wet niet. Bij arr. van 6 Jan. 1905, W. 8163, en 24 Nov. 1905, W. 8304, besliste de Hooge Raad, dat de onrechtmatigheid uitsluitend afhangt van de vraag, of de daad of het verzuim in strijd is met des daders rechtsplicht of inbreuk maakt op eens anders recht. Bij arr. van 31 Jan. 1919, W. 10365, neemt de Hooge Raad echter een veel ruimer standpunt in door te beslissen, dat onder o. d. is te verstaan een handelen of nalaten, dat òf inbreuk maakt op eens anders recht, òf in strijd is met des daders rechtsplicht òf indruischt, hetzij tegen de goede zeden, hetzij tegen de zorgvuldigheid, welke in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed. — Zie voor aansprakelijkheid voor de daden van anderen AANSPRAKELIJKHEID en voor de te vergoeden schade SCHADEVERGOEDING.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk