Oenothera, plantengeslacht der Oenotheraceeën met 100 soorten in de gematigde en subtrop. streken van Amerika. Enkele zijn hier verwilderd en bekend als Teunisbloem, o. a.
O. Lamarckiana, waarvan een groep nabij Hilversum in 1886 het studiemateriaal leverde voor de mutatietheorie. Het is een tweejarige plant, die 1.50—2 M. hoog wordt, met gaafrandige, ei-lancetvormige bladeren en mild bloeiend met groote, gele, vierbladige, ’s avonds ontluikende bloemen, in blad-dragende aren. O. fruticosa, 30—60 c.M., goudgeel, O. missouriensis, 30 c.M., lichtgeel, O. speciosa, 40 c.M., wit, geurig en de verscheidenheden zijn fraaie vaste planten. Voor O. amoena en O. Whitneyi zie GODETIA.