Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Nood-Boschwet

betekenis & definitie

Nood-Boschwet - Wet van 30 Augustus [1917, Stb. 676, houdende bepalingen betreffende het behoud en de onteigening van bosschen en andere houtopstanden. Volgens art. 1 kan, in geval van oorlog of oorlogsgevaar, alsmede zoolang niet bij K. B. is verklaard, dat met betrekking tot deze wet de door den oorlog of het oorlogsgevaar veroorzaakte bijzondere omstandigheden hebben opgehouden te bestaan, de Minister van Landb., N. en H., in het belang van de voorziening in de behoeften van brandstoffen, mijnhout, heipalen of werkhout, tot bewaring van het natuurschoon of ter voorkoming van het vellen van onrijp hout, zoowel voor het geheele grondgebied des Rijks als voor een gedeelte daarvan, in het algemeen of in bijzondere gevallen, het vellen van bosschen en andere houtopstanden, geheel of gedeeltelijk verbieden of niet dan voorwaardelijk toestaan, Art. 2 geeft voor geval van oorlog of oorlogsgevaar een vereenvoudigde wijze van onteigening van bosschen en andere houtopstanden ter voorziening in de behoeften van brandstoffen, mijnhout, heipalen of werkhout.

< >