Nitreeren is een zeer belangrijke bewerking uit de techniek der organische preparaten, vooral in die der kleurstoffen en der springmiddelen. Zij bestaat in den regel in de vervanging van een waterstofatoom door de nitrogroep, —NO2; een enkele maal in de vorming van een salpeterzure ester, zooals bij nitroglycerine. Men gebruikt bij het n. meestal een mengsel van salpeterzuur en sterk zwavelzuur. Het laatste bevordert de nitratie door het binden van het gevormde water.
Het mengsel is bekend als nitreerzuur. Het heeft evenwel geen vaste samenstelling; voor elk bepaald doel moet deze afzonderlijk worden vastgesteld. Het n. vindt gewoonlijk plaats in gietijzeren of smeedijzeren roerketels, welke tegen de inwerking van het zuur behoorlijk bestendig blijken te zijn. Enkele speciale ijzercomposities zijn praktisch onaantastbaar. Niet zelden ook maakt men gebruik van z.g.n. nitreercentrifuges, waarbij een zeer grondige reactie wordt verkregen, en de overmaat zuur ten slotte zeer eenvoudig kan worden afgeslingerd. Het n. kan geschieden bij kamertemperatuur of bij verhoogde temperatuur. In het laatste geval desnoods onder druk in roerautoclaven. De verwarming moet dan liefst niet boven vrij vuur, doch met het oog op het groote explosiegevaar, met gesloten stoomspiralen geschieden. Behalve voor dit gevaar is ook voor vergiftiging van de arbeiders door de nitreuze dampen, en de dampen der gevormde nitroproducten, zorgvuldig te waken.