Niger - Rivier in West-Afrika, 4800 K.M. lang, met een stroomgebied van 2.092.000 K.M.2, ontspringt met talrijke bronrivieren, waarvan de Tembi-Ko, de Milo en de Sankaran de voornaamste zijn, op het gebergte, dat Siërra Leone en Liberia in het N. begrenst. De Djolibo genaamde bovenloop stroomt langs het verkeersmiddelpunt Bamako, waar hij 1—2 M. diep en 400 M. breed is. Hij wordt bij Sansandig, waar de scheepvaart op den bovenloop begint, belangrijk dieper. Hier verlaat hij het hoogland, verdeelt zich verderop in verschillende takken, die eilanden insluiten en stroomt dan met een groote bocht door het grensgebied van de Westelijke Sahara.
Bij Kabara, de rivierhaven van Timboektoe, is hij 1800 tot 4000 M. breed. Hij stroomt dan naar het Z.O. en vormt van 15° tot 9° N.Br. een reeks katarakten en stroomversnellingen, die de scheepvaart onderbreken. Bij Rabba (166 M. hoog) wordt hij weer voor stoomschepen bevaarbaar. Na de Binoewe opgenomen te hebben, neemt hij den naam Kworra aan. In zijn mondingsgebied vormt hij een 24000 K.M.2 groote, moerassige, met mangroven begroeide delta, waarvan de armen (o. a. Rio Nun, Benin, Forcados, Brass, Bonny) vroeger onder den naam van Olie-rivieren bekend waren.