Nieuwzilver - (Aguzoid, Alpaka, Argentaan, Argental, Argentine, Maillechort, Packfong), in hoofdzaak uit nikkel, koper en zink bestaande legeeringen, waarvan het Packfong (eigenlijk Packtong = wit koper), dat in de 18e eeuw reeds uit China geïmporteerd werd, het oudst bekend is, terwijl zij in Europa eerst sinds 1824, toen het nikkel in het groot werd gewonnen, gefabriceerd werden. Het vinden van deze legeeren loste de vraag op naar een fraai, duurzaam en goedkoop metaal, dat, op zilver gelijkend, het kon vervangen bij de fabricatie van tafelgerei en dergelijke. Het N. behoudt zijn glans en kleur aan de lucht, wordt door verdunde zuren nauwelijks aangetast; is harder dan messing en kan bij gewone temperatuur gewalst, geperst en getrokken worden, mits men bij de fabricatie van zuivere materialen uitgaat, Vooral de aanwezigheid van arsenicum maakt het zeer bros, zoodat men bij voorkeur zeer zuiver nikkel kiest. De samenstelling schommelt sterk; het nikkelgehalte gaat van 11—14, het zink van 17—40, het koper van 16—64%.
Meer nikkel verhoogt in het algemeen de goede eigenschappen, meer zink maakt de legeering makkelijker smeltbaar, in groote hoeveelheden echter bros en weinig tegen chemische reagentia bestand. Somtijds worden ook nog andere metalen toegevoegd, zooals b.v. lood, ter verbetering der gietbaarheid, tin om de legeering hard te maken en meer klank te geven, mangaan ter vervanging van nikkel, waarbij echter de chemische aantastbaarheid wordt verhoogd en ook allerlei andere metalen, zonder dat men nauwkeurig de nuttige inwerking kan herkennen. Bij toevoeging van zilver ontstaat z.g. Chinazilver of Peruzilver. Vaak ook worden nieuw-zilveren voorwerpen galvanisch verzilverd en onder pakkende namen als alfenide, arguroid in den handel gebracht.