Nicaragua, - republiek in Midden-Amerika, 128.340 K.M2., 704.000 inw. N. is in het Z.W. een laagvlakte waarin zich bevinden het meer van Nicaragua en het kleinere meer van Managua, met elkaar verbonden door de Ponaloyo. De afwatering geschiedt door de San Juan, grensrivier met Costa Rica, naar den Atlantischen Oceaan. Een lage heuvelrij, het smalst in de landengte van Rivas, scheidt deze merenlaagte van den Grooten Oceaan.
Door de vlakte loopt een vulkaanrij, die aanvangt met het kegelvormige eiland Ometepe (1720 M. hoog) in het meer van N. Over den 1400 M. hoogen Mombacho zet de rij zich voort in den werkzamen Masaya (1670 M.) en den Momotombo (1258 M.) een steilen, kalen, zwarten kegel, die voortdurend rookt en in 1902 gelijktijdig met den Mt. Pelée op Martinique een uitbarsting had. Zij staat aan de W.-zijde van het Managua-meer en behoort reeds tot den grooten groep der Maribios-vulkanen, die eindigt in den Viejo (1780 M.), een geweldigen kegel, met drie in elkaar geschoven kraters.De laatste in de rij is de Coseguina (1100 M.) aan de Fonseca-baai. Ten N. van de groote vallei bevindt zich het uitgestrekte hoogland van N., dat nergens hooger dan 1800 M. is. De vele rivieren, die naar het O.stroomen, hebben in den Atlantischen Oceaan opgebouwd een vlakke, moerassige en zandige kust, rijk aan groote strandmeren o. a. de Laguna de las Perlas. Deze z.g.n. Mosquito-kust heeft geen havens. Het Z. is, wat dit betreft, beter door de Fonseca-baai. — De bevolking van N. bestaat voor slechts 1 % uit zuivere Blanken, tegen 30 % Indianen ; het grootste deel zijn kleurlingen van Spanjaarden, Indianen en Negers. Het O. is vrijwel geheel bewoond door Mosquitor en Zambo-Indianen, benevens Negers uit Jamaica en andere eilanden, De Blanken wonen meest in het W. Hier liggen ook de grootste steden o. a. de hoofdstad Managua (35.000 inw.) en Leon (63.000).
Heerschende godsdienst is de Roomsch-Katholieke ; aan de Mosquito-kust zijn sedert lang nederzettingen der Hernhutters gevestigd en met zegen werkzaam geweest; de meest gangbare taal het Spaansch. Er is een universiteit in Leon en een in Managua. — N. wordt bestuurd door een president bijgestaan door 5 ministers. De volksvertegenwoordiging bestaat uit een Tweede Kamer van 40 en een Senaat van 13 leden. Het z.g.n. Mosquito Reserve in het O. stond langen tijd onder protectie van Groot-Brittannië totdat in 1860 dit bij verdrag met de O. St. hiervan afzag ; eerst in 1893 kwam het als departement bij de Republiek N. ; onder den naam Bluefields ; sedert 1906 heet het dept. Zelaya. Den 18en Februari 1916 werd tegen 3 millioen dollar aan de Ver. Staten de ontworpen kanaalroute langs de meren verkocht en bovendien een basis gegeven aan de Fonseca-baai. — Land- en mijnbouw vormen met de exploitatie der bosschen de hoofdmiddelen van bestaan. Het O. levert vooral bananen, cocosnoten en ananas, die uitgevoerd worden naar New-Orleans; het Westen verbouwt meer de producten voor eigen consumptie, maar daarnaast vooral koffie, suikerriet en cacao voor export, benevens tabak (regeerings-monopolie).
Het O. heeft een vrij belangrijke veestapel, vooral runderen. De bosschen leveren mahonie-, ceder- en andere waardevolle houtsoorten en een weinig rubber, waarvoor men langs de kust enkele nieuwe aanplantingen heeft aangelegd. — Eenige exploitatie van goud en zilver bij Prinzapolca. Ook koper, lood en ijzer is voorhanden en steeds meer begint het Amerikaansche en Engelsche kapitaal zich hiervoor te interesseeren. De uitvoer had vóór den oorlog een totale waarde van 20 millioen, voornamelijk door koffie naar Frankrijk, bananen, cocosnoten, cacao en goud. De invoer bedroeg f 15 millioen. Hoofdhaven is Corinto aan den Grooten Oceaan. N. heeft slechts éen spoorweg ter lengte van van 322 K.M. n.l. van Granada over Managua, Leon, naar Chinandega en de haven Corinto. In aansluiting daarmede voeren booten op de meren, terwijl plannen bestaan voor een lijn van San Miguelito aan het Nicaragua-meer naar Monkey Point aan den Atlantischen Oceaan. — Litt.: Jalhay, La République de H. (1900); C. Medina, N. en 1900 ; G. Niederlein, The State of N. (1898).