Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

New-Foundland-bank

betekenis & definitie

New-Foundland-bank, - bank aan de Z.O. zijde van N.-F.land, ter grootte van 4 x Nederland, bekend door de gevaarlijke grondzeeën, die soms op een diepte van meer dan 25 M. optreden. De eigenlijke bank wordt begrensd door 100 vaams lijn. Ten Z. en Z.O. van de bank ligt het ontmoetingsterrein van den warmen Golfstroom en den kouden Labradorstroom, vandaar groote verschillen in watertemperatuur op dicht bij elkaar gelegen punten, veel mist en dikwijls moeilijke zee. Bovendien voert de Labradorstroom ijs aan, waardoor soms tot in 39°N.B. ijsbergen worden aangetroffen.

Met mist vormen zij een groot gevaar voor de drukke transatl. scheepvaart (Titanic). Het ijs bereikt gewoonlijk in Mei en Juni zijn zuidelijkste breedte, daarna valt de grens noordelijker. Gunstige en ongunstige ijsjaren volgen elkaar schijnbaar ordeloos op. Thans wordt bij het ijs gekruist door schepen onder Amerikaansche vlag voor internationale rekening (Ice-Patrol); deze schepen seinen eenige keeren per dag de plaats van het Zuidelijkste en Oostelijkste ijs, en kunnen ook opgeroepen worden. De bank is bekend om haar vischrijkdom, vooral kabeljauw; er wordt hoofdzakelijk gevischt door New-Foundlandsche en Fransche visschers (St. Pierre en Miquelon).

< >