Münnich - (Burkhard Christoph, graaf van), Russisch veldmaarschalk, als Oldenburgsch edelman in 1683 geboren, was achtereenvolgens in Franschen, Hessischen en Poolschen krijgsdienst, totdat hij in 1721 een aanbod van Russische zijde aannam. Hij leidde den bouw van eenige vestingen en havens, reorganiseerde de opleiding der officieren en verkreeg grooten invloed tijdens het bewind van keizerin Anna, die hem tot graaf en veldmaarschalk maakte en aan ’t hoofd plaatste van den Raad van Oorlog. Aan ’t hoofd van legere in den Poolschen successie-oorlog en tegen de Turken streed hij gelukkig: Danzig nam hij in 1734, bezette Warschau, in 1736 de Krim en in 1739 Moldavië (tegen de Turken). Zijn tegenstander Biron, hertog van Koerland en rijksregent wist hij ten val te brengen en zichzelf tot eersten minister te doen benoemen, maar de regentes Anna, die, voor haar zoontje regeerend, de gelijknamige keizerin in 1740 was opgevolgd, wilde M.’s Pruisischgezinde politiek niet volgen, waarop hij ontslag nam.
Nadat Elizabeth zich van den troon had meestergemaakt, 1741, werd M. gevangen genomen, ter dood veroordeeld, maar begenadigd met levenslange verbanning naar Siberië en verlies van vermogen. Haar opvolger Peter III riep hem, aan de regeering gekomen, terug onder herstel in zijn waardigheden. Na de vermoording van dezen Czaar bleef hij buiten invloed. Hij overleed in 1767 en liet merkwaardige dagboeken na, uitgeg. in Herrmann, Beitr. z. Gesch. des Russischen Reichs (Leipzig 1843).