Munitieverbruik. - De nieuwere vuurwapenen hebben het m. zoodanig doen toenemen, dat de aanvulling der munitie een der moeilijkste vraagstukken van de legerleiding vormt. In den jongsten grooten oorlog heeft dit mede tot de uiterste krachtsinspanning der nijverheid in het achterland geleid. De toeneming van het m. kan uit volgende getallen blijken. In de Napoleontische veldslagen deed men gemiddeld 40 schoten per stuk; in den slag bij Leipzig deden de verbondenen gemidd. 66 sch. per st., de Franschen 88 sch.
In den slag bij Solferino deed de artillerie gemidd. 29 sch. per st. In 1866 deden de Pruisen gemidd. 100 sch. per st.; in 1870/71 deden zij gemidd. 209 sch., één batt. zelfs 611 sch. In den Russ.-Turk. oorlog (1877) bedroeg het dagelijksch verbruik van art. munitie gemidd. 180 sch. In den driedaagschen slag a/d Shaho verbruikte een Russ. Art. Divisie 834 sch. p. st.; bij Liao-Yang de Russ. Art. 420 sch. p. st.; bij Taschitschao een Russ.
Art. Brigade 520 sch. p. st. In den Balkanoorlog werden betrekkelijk weinig schoten gedaan. In den wereldoorlog verschoten de Fransche batterijen bij Arras in 24 uur meer munitie dan de gezamenlijke Pruisische Art. in 1870; in den 15-daagschen strijd bij Neu-Chapelle verbruikten de Engelschen weinig minder munitie dan in den geheelen Boerenoorlog; bij offensief Sept. 1915 deden zij 5 —600.000 sch. (op zijn minst 450.000 ton). Er moeten in dien slag 108 veld- en 54 zware batterijen der Engelschen hebben geschoten. Een Duitsche batterijcommandant deelt mede, dat hij in den regel in gewichtige oogenblikken 1000 schoten in 7 uur verbruikte.