Mounet-Sully - (eigenlijk Jean-Sully Mounet), geb. te Bergerac in 1841, ontving het eerste onderwijs in zijn geboorteplaats en in Toulouse, ging daarna in de rechten studeeren te Parijs, bezocht het Conservatoire en trad in 1868 op in le Roi Lear (Odéon). In 1870 was hij luitenant van de mobiele garde in het Loire-leger en maakte na den oorlog (1872) deel uit van de Comédie française, waar hij veel succes behaalde in de rol van Oreste („Andromaque”) en in die van Rodrigue („le Cid”). Sedert dien heeft hij tal van rollen gecreëerd. Eén van de voornaamste is Oedipe-roi (1881), waarin hij de plastiek der Ouden deed herleven.
In tegenstelling met de door Diderot verkondigde theorie in le Paradoxe sur le Comédien was hij de meening toegedaan, dat de echte tooneelspeler afstand moet doen van zijn eigen persoonlijkheid om geheel en al op te gaan in die van de rol, die hij heeft te vertolken. M.-S. overleed te Parijs in 1916. — Zijn broer Paul, eveneens geboren te Bergerac in 1847, verwierf eerst den graad van doctor in de medicijnen te Parijs en trad daarna op als de jonge Horace in Corneille’s treurspel (Odéon, 1880). Evenals zijn oudere broer maakte hij ook deel uit van de Comédie française, waar zijn hoogstaand spel en zijn prachtige stem, die hem in de vertolking van rollen als de oude Horace en don Ruy Gomez (in V. Hugo’s Hernani) uitstekende diensten bewees, bewondering vond. Hij overl. te Parijs in hetzelfde jaar als zijn broeder.