Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Monti

betekenis & definitie

Monti - (Vincenzo), Ital. schrijver, geb. 1754 in de nabijheid van Ravenna, overl. 1828. Na 1778 bracht hij een twintigtal jaren te Rome door; hij droeg den titel van abt en werd in 1781 secretaris van een neef van Pius VI. In 1776 schreef hij Vision d' Ezéchiel, in 1779 publiceerde hij een Saggio delle poesie delV abate VMonti. Zijn Bellezza delV Vniverso (1781) is hem door Milton geïnspireerd, zijn Pensieri d' Amore (1783) door Goethe.

De beroemde ode aan Montgolfier (1784) is een welsprekende verheerlijking van de wetenschap. M. heeft met groote virtuositeit verzen geschreven, maar hij is niet altijd oprecht geweest. Dikwijls heeft hij zich ermee tevreden gesteld, gelegenheidsdichter te zijn. Zijn beroemdste gedicht is de Bassvüliana (1793). Het fanatieke gepeupel in Rome had een secretaris van de Fransche Delegatie, Hugo de Basseville, vermoord. M. laat in zijn werk diens ziel, geleid door een engel de verschrikkingen van de revolutie bijwonen, om voor zijn wandaden te boeten. Het werk is zwaar, koud en gekunsteld en geheel onevenredig aan de rol die de Basseville gespeeld heeft. Het is moeilijk uit te maken, in hoeverre M.’s verontwaardiging oprecht is.

In ieder geval heeft hij, nadat hij Rome in 1797 plotseling verlaten had, de kerk aangevallen in drie gedichten II Pamtismo, La Superstizione en II Pericolo, terwijl Prometeo aan Bonaparte is opgedragen. Kort daarna schreef hij de mooie patriottische gedichten op het congres van Udine (1797) en op dat van Lion (1801). Van de Mascheroniana (1800) wordt de mooie stijl geprezen. Hij had zich veel vijanden gemaakt, maar toch slaagde hij er in, zich met belangrijke waardigheden te laten bekleeden, na zijn vestiging te Milaan. Na den val van de Cisalpijnsche Republiek ging hij eerst naar Genua, toen naar Savoie en Parijs. Na den slag van Marengo keerde hij in Italië terug.

In dien tijd gebruikte hij zijn talent voortdurend om Napoleon te verheerlijken, maar toen na 1814 Oostenrijk hem toestond in Milaan te blijven, betaalde hij die en andere gunsten mot gedichten, waarin hij vroegere herriep. Vele van zijn werken zijn onvoltooid gebleven. De liefde voor de klassieken vormt de eenheid van M.’s werk. Zijn liefde voor Italië is de leiddraad, die door de vele tegenstrijdigheden van zijn politieke houding loopt. Litt.: C. Cantü, Monti e 1’Eta che fu sua (Milano, Treves, 1879).

< >