Montbéliard, - stad in ’t N.O. van liet Fransche dep. Doubs, aan de Allaine en het Rijn-Rhónckanaal en den sp, Straatsb.-Dijon, ca. 9400 inw., textiel- en uurwerknijverheid, handel in landbouwproducten en hout, oud kasteel (nu kazerne), collège en museum. In de omgeving (Z.W.) het fort Montbard. M. is de hoofdstad van het vroegere graafschap M. of Mömpelgard (M., Héricourt, Blamont, Audincourt, enz.), dat van 1395 —1801 aan Wurtemberg behoorde (onder Fransche suzereiniteit).
Sedert omstreeks 1535 heerscht er de Evangel.-Luthersche leer. Zijn bloeitijd valt in de 18e eeuw, maar in 1793 werd het door Jacobijnsche troepen bezet en had toen en in de volgende jaren veel te lijden. Bij den vrede van Lunéville (1801) kwam het voorgoed aan Frankrijk. In ’t begin van 1871 was M. terrein van den strijd (als steunpunt) van de Duitschers tegen het leger van gen. Bourbaki. — Litt.: Duvernoy, M. au 18e siècle (ald. 1891); Sahler, Notes sur M. (ald. 1905); Schanzenbach, Mömpelgard’s schóne Tage (Stuttgart, 1887).