Monnikendam, - gem. in N.-Holl. tegenover ’t eil. Marken, langs de Gouwzee. Zij beslaat 1514 H.A., waaronder eenige drooggelegde meren met kleibodem ; overigens is alles laagveen. De gem. bevat de stad M., een deel van de Purmer en van ’t Monnikenmeer, benevens het gehucht Oudendijk; zij telt 2500 inw.
Het stadje M. ligt aan de tramlijn Amsterdam— Edam en aan een inham der Gouwzee ; zij heeft een haven en vele grachten ; de oude wallen zijn beplant. De bewoners, 2000 in getal, leven van visscherij (drukke vischmarkt), vee- en kaashandel, benevens van eenige industrie: scheepsbouw, bokkingrookerijen en ansjoviszouterijen. De Herv. Kerk, oorspronkelijk een Katholieke, is in Gotischen stijl opgetrokken en rust op 24 pilaren ; zij bevat een gedenkteeken boven ’t graf van Joan Nieuwenhuizen, den stichter van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Tegenover ’t moderne stadhuis staat nog de toren van ’t oude Raadhuis, de z.g.n. speeltoren met ruitertjes, die bij ’t spelen der klokken bewegen. De stad ontleent zijn naam aan de Friesche monniken, die hier in de le helft der 13e eeuw een klooster stichtten en door een dam den inham der zee afsloten. Zij werd dikwijls door het water geteisterd, o. a. in 1825 en 1916.