Milner (alfred, viscount) - Engelsch staatsman, geboren 1854 te Bonn, studeerde te Tübingen, waar zijn vader aan de Universiteit het Engelsch doceerde, daarna te Londen en Oxford, werd in 1881 onder W. F. Stead medewerker aan de Pall Mall Gazette, doch verliet na 4 jaar de journalistiek, om als particulier secretaris van Lord Goschen op te treden, dien hij 2 jaar later als eerste secretaris op het Departement van Financiën diende en die hem in 1889 tot onder-minister van Financiën in Egypte aanwees. In 1892 teruggekeerd, werd M. als chef van een afdeeling op het Ministerie van Fin. geplaatst. In 1897 werd hij tot Gouverneur van de Kaap-Kolonie en tot Hoog-Commissaris van Zuid-Afrika benoemd; door de Jingo’s zeer toegejuicht, maar door de Afrikaanders gehaat als de handlanger van Chamberlain, die de grieven der Uitlanders (zie TRANSVAAL, Gesch.) als voorwendsel gebruikte, om de Republiek den oorlog op te dringen. De onderhandelingen, welke M. in 1898 met Krüger voerde over de stemrecht-kwestie, leidden door de hooge eischen, welke M. stelde tegenover de concessies, die K. wilde doen, tot geen minlijke schikking, maar tot den oorlog.
Na den vrede van 1902 trad hij op als gouverneur der Transvaal- en Oranje-rivierkolonie, echter zonder eenig hart voor de Afrikaanders, wier macht hij betuigd had te zullen breken, waartoe hij o. a. het Engelsch als verplichte taal bij het schoolonderwijs invoerde, welke schoolpolitiek evenwel door zijn opvolger Lord Selbourne niet werd voortgezet. In 1905 kreeg M. zijn ontslag en vertrok naar Engeland, waar hij einde 1916—19 in ’t kabinet zitting had. Van zijn hand verscheen England in Egypt (1903) en The Nation and the Empire (1913).