Milli(n)gen, - 1) gehucht in de Geldersche gem. Barneveld, 2 K.M, ten Z. van Garderen aan den grooten heerweg Amersfoort-Apeldoorn; het was oorspronkelijk slechts een landgoed, als logement ingericht. Bij dit gehucht is een militair kamp opgericht en 4 K.M. Oostelijker (ook aan den heerweg, doch in de gem. Apeldoorn) is als Nieuw-Milligen een remontedepôt van paarden voor het leger gevestigd. — 2) gem. in Geld., vlak ten Z. van de splitsing van Rijn en Waal, langs de Duitsche grens.
Zij beslaat 1051 H.A., alles rivierklei, die deels als bouwland, deels als grasland (buitendijks) gebruikt wordt. De gem. telt 3800 inw. en is gevormd uit de heerlijkheden M. en Zeeland. Het dorp M. ligt aan den dijk, 1 K.M. ten W. van de plaats, waar de Rijn ons land binnenkomt; het telt 2500 inw. Het oude kasteel van M. is door den Rijn verzwolgen. — 3) dorp in de Overijs. gem. Dalfsen, 2 K.M. ten Z. van dit dorp, met 300 inw., die aan landbouw en veeteelt (op zand en klei) doen.