Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Meuten (adam frans v. d.)

betekenis & definitie

Meuten (adam frans v. d.) - geb. te Brussel 1632, gest. te Parijs 1690, Vlaamsch schilder van slagvelden, belegeringen, enz. Leerling van Peter Snayers. Op aanbeveling van Lebrun, door Minister Colbert naar Parijs geroepen (1667), waar hij tot zijn dood bleef. In Frankrijk maakte hij een groote carrière.

Reeds in 1673 tot lid van de academie benoemd, „vu son mérite”, zonder dat men het gebruikelijke „morceau de réception” van hem verlangde. Hij maakte daar ontwerpen voor de Gobelin-fabriek, vergezelde Lodewijk XIV op zijn reizen en schetste zoodoende de situaties der veldtochten, belegeringen, kampeeringen, parades, feestelijke intochten, enz., die allereerst de verheerlijking van den koning beoogden, doch ook als kunstwerken en vooral om hun historisch belang van groote beteekenis zijn. In zijn werk blijft veel van zijn Vlaamschen aard behouden. Hij is realist en het italianiseerende klassieke ideaal heeft hij nooit gediend. Zijn toets is gevoelig en soepel ; ondanks de minitieuse doorwerking blijft het karakter van zijn werk gebaseerd op den grootschen opzet en vol van een krachtige harmonie met helder koloriet.

In de rij der schilders van slagvelden neemt hij een eerste plaats in. Hij vormde vele leerlingen, onder wie Jan van Huchtenburg. Opgave zijner schilderijen, teekeningen en prenten, die naar zijn werk zijn vervaardigd, bij Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon. Litteratuur : H. Lemonnier, L’art français au temps de Louis XIV. (Paris Hachette 1911).

< >