Mestvaalt - de plaats buiten den veestal, waar de uitwerpselen met het strooisel een tijdlang worden bewaard, totdat ze op den akker kunnen worden gebracht. — Een goede m. moet van een waterdichten bodem (leem, steenen in teer of cement, beton) zijn voorzien, opdat er geen wegspoeling van oplosbare plantenvoedende stoffen kan plaats hebben. Een wal of muurtje rondom moet het zich verzamelen van water van hoogere deelen van het erf in de mestvaalt verhinderen. Gewenscht is dat onder of naast de m. een gemetselde put aanwezig zij ter bewaring van de uitsijpelende vloeistof. Om de directe zonnestralen te weren en daardoor uitdroging en vervluchtiging van ammoniak te voorkomen, wordt wel aangeraden aan de zonzijde boomen te planten.
In sommige streken is de mestvaalt met een kap overdekt, hetgeen door velen, mits de m. overigens goed is ingericht, overbodig wordt geacht. Te sterke uitdroging van den mest zou daardoor bevorderd worden. In verband met den tijd gedurende welken de mest gewoonlijk bewaard moet worden en de hoeveelheid strooisel welke gemiddeld met de uitwerpselen wordt vermengd moet de m. een grondvlak hebben van ± 4 M2. per stuk grootvee.
