Mesdag (hendrik willem) - geb. 1831 te Groningen, overleden 1915 te Den Haag. Nederl. schilder van zee en strand, die eerst op zijn 35ste jaar begon zich aan de schilderkunst te wijden. Met zijn jonge vrouw Sientje van Houten, later ook als schilderes bekend geworden, trekt hij in 1866 naar Brussel, waar hij werkt bij zijn neef, Alma Tadema en bij den landschapschilder Willem Roelofs. Hij maakt ijverige studie’s in teeken- en schilderkunst, doch zonder eigen richting te vinden.
Dan in 1868 bij een zomerverblijf in Norderney vindt hij deze door ’t schilderen van de zee. Hij vestigt zich daarop in Den Haag en bestudeert in Scheveningen de zee en het strand met de schepen. Hij observeerde de zee in de natuurlijke beweging en openheid, niet in haar grootschheid en kleur, schilderde zoowel zeegezichten bij ondergaande zon en bij maanlicht, gezien van ’t strand uit, zonder schepen, en de zee met schepen, als het strand met de aanrollende golven en het strand met schepen. Van zijn groote Haagsche tijdgenooten onderscheidt hij zich, doordat hij nuchterder, minder hartstochtelijk was, dat hij niet componeerde van kleur of licht uit, meer dan deze zijn schilderij in vorm samenstelt. Ook missen zijn kleuren, het licht en den gloed van dezen. Groot bewonderaar van de meesters van Barbizon en van zijn Haagsche tijdgenooten, verzamelde hij hun schilderijen en schonk zijn collectie in 1903 aan den Nederl.
Staat. (Mesdagmuseum te Den Haag). Als bestuurder van ’t schildergenootschap „Pulchri” heeft hij zich zeer verdienstelijk gemaakt. Behalve zee- en strandgezichten heeft hij ook portretten geschilderd en geëtst. Zijn schilderijen zijn in R.-M. en andere Nederl. Musea. — Litt.: Zilcken, H. W. Mesdag.