Menzei (adolf) - geb. 1815 te Breslau, gest. 1905 te Berlijn, Duitsch schilder, graveur en lithograaf. In 1830 komt hij naar Berlijn en werkt er korten tijd aan de Academie. Daar hij in zijn onderhoud moest voorzien, geeft hij eerst in 1836 een zelfstandig werk: „Denkwürdigkeiten aus der Brandenburgisch-Preussischen Geschichte”. Hiermede begint hij een plaats als illustrator en als historieschilder in te nemen en zijn geniaal talent wordt bevestigd in de illustratie van Kuglers Geschichte Friedrichs des Grossen.
Wat Piloty e. a. hadden geprobeerd, n.l. om de 18e eeuw in beeld te doen herleven, dat is slechts aan Menzel gelukt. Fred. de Groote wordt de hoofdpersoon van zijn kunstwerk, eerst in deze illustratie, later in al zijn schilderijen, o. a. het bekende Concert in Sanssouci. Menzel bepaalt zich tot één held, tot één tijd en wat hij daarvan gegeven heeft is nog nooit geëvenaard. Zijn technisch kunnen schijnt onbegrensd; bovendien gaat zijn historische kennis daaraan parallel. Het boek over Fred. den Groote is door Menzel een van de meest populaire volksboeken in Duitschland geworden. In 1867 gaat M. voor eenige jaren naar Parijs. Dit heeft invloed op zijn werk. Men vergelijke bijv. den „Zondag in de Tuilerieëntuin”, het „Restaurant op de Parijsche wereldtentoonstelling”, enz.
Hij wordt voller en dieper van toon en zoekt eigenaardige pikante lichteffecten, terwijl de vorm, de inhoud der composities schetsmatiger wordt. Eindeloos zijn de reeks illustraties en schilderijen, die in de volgende jaren zijn tot stand gekomen. Menzel heeft behalve als historieschilder niet minder verdienste als schilder van den eigen tijd; vooral de kleine notities van eigen omgeving: een interieur, een zomersch-warme kamer, waarin een dun gordijn even door den wind bewogen wordt, een klein precieus werkje vol stemming en atmosfeer, behooren tot het beste, wat hij heeft gemaakt. Ook zijn portretten hebben dat pakkende, dat eigenlijk alles heeft wat door Menzels hand tot stand kwam. En die hand werkte altijd, zonder ophouden, noteerde alles, wat den kunstenaar merkwaardig toescheen.
M. blijft een ongewone verschijning. Geheel eenzaam is hij door het leven gegaan, verdiept in zijn kunst, door niemand beïnvloed, evenmin als hij ook op iemand invloed heeft uitgeoefend. Een school heeft hij niet gevormd ; leerlingen heeft hij niet gehad. Zoo staat hij alleen als een van Duitschland’s grootste kunstenaars, als een voortreffelijk schilder, aquarellist en lithograaf en als een niet minder bekwaam cultuurhistoricus. Bij zijn dood in 1905 zijn tallooze werken en geschriften over hem verschenen, o. a. K. Scheffler, A. Menzel; MeierGraefe in: Entwicklungsgeschichte der modernen Malerei; ld., Der junge Menzel (Leipzig 1906); H. Knackfusz, A. v. M. (1906), enz. enz.