Menhir - (men = steen, hir = lang), lange, rechtopstaande steenen (vergl. MEGALITHEN, o. a. bautasteenen). De typische m. zijn ± kegelvormige gedenkteekenen, die teruggaan tot in het neolithicum.
In groot aantal komen zij voor in het Fransche megalithgebied, vooral in de Bretagne. Hun aantal (1585) aldaar stijgt nog tot het viervoudige, wanneer men mederekent de componenten der steenrijen en steenkringen (z. g.) De grootste m. is door den bliksem in 5 stukken geslagen; het is de Men-er-Hroeck (steen van de fee) bij Locmariaquer (Morbihan). Deze mat 20,5 M. Hun bijzondere bestemming is nog tot op zekere hoogte problematisch.