Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Maurits (graaf van nassau)

betekenis & definitie

Maurits (graaf van nassau) - zoon van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geboren 1567, ontving zijn opvoeding te Dillenburg, studeerde eenigen tijd te Heidelberg en kwam in 1577 naar de Nederlandsche Gewesten, waar hij in 1583 zijn studie voortzette aan de Universiteit te Leiden, Na den dood van zijn vader werd hij voorzitter van den Raad van State en in 1685 Stadhouder en Kapitein-Generaal, Admiraal van Holland, Zeeland en West-Friesland. Hij bemoeide zich aanvankelijk niet met de politiek. Toen hij evenwel van Leicester een nieuwe instructie ontving als Stadhouder en de Staten van Holland zijn gezag wilden vergrooten, werd hij betrokken in de tegenstelling tusschen Staten van Holland en Leicester. Een aansluiting van Maurits bij Oldenbarneveld was hiervan !t gevolg.

Zelfstandig optredend, veroverde Maurits, die zich in 1586 onderscheiden had bij de verovering van Axel, verschillende plaatsen in !t tegenwoordige NoordBrabant, als Eindhoven, Helmond, enz. (1587). Na !t vertrek van Leicester kwam de leiding van de militaire zaken geheel en al bij Maurits te berusten. Met Willem Lodewijk van Friesland en Hohenlohe reorganiseerde hij ’t leger. In 1590 werd hij verheven tot stadhouder van Overijsel, Utrecht en Gelderland, waardoor zijn macht aanzienlijk uitgebreid werd. Met de verovering van Breda (1590) leidde hij de reeks veroveringen van steden in, waardoor hij ’t grondgebied zuiverde van Spanjaarden. Hij maakte hierbij gebruik van de omstandigheid, dat de Spaansche veldheer Parma ook te strijden had tegen de Franschen en zich derhalve bepalen moest tot een zuiver defensieve politiek, terwijl hem ook te stade kwam, het kunnen beschikken over de binnenlinie. Achtereenvolgens veroverde hij: Zutfen, Deventer, Delfzijl, Hulst en Nijmegen (1591), Steenwijk en Coevorden (1B92), Geertruidenberg (1593), Groningen (1594), terwijl de bezetting van Enschedé, Ootmarsum, Oldenzaal, Lingen en Groenloo (1597) de afronding van ‘t bevrijde grondgebied in !t Oosten voltooide. Tegen zijn zin moest hij de door Oldenbarneveld doorgedreven tocht tegen Duinkerken ondernemen, waarbij hij wel een overwinning bevocht bij Nieuwpoort (1600), maar verder geen resultaat behaalde, terwijl hier tevens oneenigheid ontstond tusschen hem en Oldenbarneveld.

De verhouding tusschen deze beide personen werd nog slechter na ’t sluiten van het Twaalfjarig Bestand (1609), vooral na ’t uitbreken van twisten tusschen de Remonstranten en Contra-Remonstranten, welke spoedig een politiek karakter aannamen. Maurits verdedigde de provincies van de Unie tegenover het particularistisch streven van Oldenbarneveld en de Staten van Holland. Hij brak den tegenstand van Holland en liet Oldenbarneveld en enkele andere staatslieden gevangen nemen. Oldenbarneveld werd ter dood gebracht (1619), waarmede de overwinning van Maurits bezegeld werd. Na !t eind van het Twaalfjarig Bestand (1621) heeft Maurits, die in 1618 prins van Oranje was geworden, weinig meer gedaan.

Van zijn overwinning op de Staten van Holland behaald, maakte hij geen gebruik om zijn macht te vergrooten, terwijl hij in den oorlog niet opgewassen was tegen den Spaanschen veldheer Spinola. Hij kon de verovering van Breda door de Spanjaarden niet beletten (1624). Hij stierf in 1625, nadat een samenzwering tegen zijn leven in 1623 mislukt was. — Litt.: Een eigenlijke geschiedenis van Maurits is nog niet geschreven. Van de bronnen voor deze geschiedenis moeten genoemd worden: Archives de la maison d’Orange (ed. Groen) 2e S. t. II; Winsemius, Vita res gestae ac mors M. (1625).

< >