Maurik (justus van) - Nederlandsch schrijver, geboren 1846 te Amsterdam, waar hij zijn vader opvolgde als patroon eener groote sigarenfabriek; hij overleed 1904; M., die de stof voor zijn humoresken en karikatuurachtige novellen meest uit het Amsterdamsche volksleven koos, vond een grooten kring van lezers; in den smaak vielen vooral: Uit het volk (1879), Van allerlei slag (1881), Burgerluidjes (1884), Krates (1885), Uit één pen (1886), Indrukken van een Tòtòk (reisindrukken uit Indië, 1900) en Toen ik nog jong was (1903). Hij was een geliefd voordrager en schreef ook verschillende tooneelstukken: Een Bittere Pil (blijspel, 1874), Hun Zoon (tooneelspel, 1874), Janus Tulp (blijspel, 1879), Fijne Beschuiten (blijspel, 1883) enz., waarvan er verscheidene nog gaarne door liefhebberijgezelschappen wor den gespeeld. Met De Koo redigeerde hij jarenlang het „Weekblad de Amsterdammer”.
Voor zijn levensbeschrijving en een complete lijst zijner werken zie men Ten Brink, Gesch. der Noordnederl. Letterk. 1, bl. 76—113.
