Maupassant - (Henri René Albert Guy de), geb. op het kasteel Miromesnil (Seine Inférieure) in 1850. Ten onrechte heeft men beweerd, dat hij een neef en petekind van Flaubert was, Hij bezocht het collége van Yvetot, daarna het lycée van Rouaan en was gedurende een tiental jaren ambtenaar aan de ministeries van Marine en van Onderwijs. Zijn eerste optreden als schrijver dagteekent van de Soirees de Médan (1880), een bundel novellen en verhalen, waarin Zola en zijn vrienden hun letterk. neigingen openbaren, M.’s Boule de Suif is wel de belangrijkste bijdrage. In hetzelfde jaar verschenen zijn gedichten onder den eenvoudigen titel Des vers.
Hij was gewoon zijn talrijke novellen uit te geven in bundels, waarvan de titels gewoonlijk die van de eerste novelle zijn.Tot de voornaamste behooren : la Maison Tellier (1881), Contes de la Bécasse (1883), Contes et nouvelles, les Contes du Jour et de la Nuit (1885). Van zijn romans dienen vermeld te worden: Une vie (1883), le Horla (1887), Pierre et Jean (1888), Fort comme la Mort (1889) en Bel-Ami (1885). Belangrijk zijn ook schetsen voorkomende in Sur l’eau (1885), Histoire d'une fille de ferme, la Vie errante (1890) en les Dimanches d'un Bourgeois de Paris. Voor het tooneel schreef hij Musotte en la Paix du Ménage. Midden in zijn werk openbaarde zich een zielsziekte, die steeds erger werd, hem eenige jaren ongeschikt maakte voor elken arbeid en eindelijk zijn dood ver oorzaakte. Hij stierf in 1893 te Parijs.
G. de M. is de meest naturalistische van de Fr. naturalisten. Zijn geniale gaven komen het best tot haar recht in de episodische novelle. Wat hij in een van zijn werken van den romanschrijver Lamarthe zegt, geldt ook van hem : hij is gewapend met een oog, dat beelden, houdingen en gebaren opvangt met de nauwkeurigheid van een photographietoestel. Wat de moraal betreft, doet hij geenerlei concessie aan de conventies. Zijn stijl kenmerkt zich door een zeldzame kracht en beslistheid ; hij versmaadt alle gezochte, ongewone versierselen ; alles is sober en glashelder. Daarbij is G. de M. zuiver objectief: hij laat de dingen rechtstreeks zien, zonder zelf tusschen beide te treden, — Zie : E. Maynial, La vie et l’oeuvre de G. de Maupassant (Paris, 1906) ; François (Tassart), Valet de chambre, Souvenirs sur G. de Maupassant (Paris, 1911).