Martinique - een van de Kleine Antillen in West-Indië, deel uitmakende van de groep Eilanden boven den Wind, 987 K.M.2 (na Trinidad het grootste van de KI. Antillen); 194.000 inw. Het N. heeft verschillende toppen van meer dan 1000 M., o. a. de Pitons du Carbet (1207 M.), de Morne Jacob en het hoogst van al den Montagne Pelée (1350 M.). Al deze toppen zijn vulkanen, die men uitgedoofd waande, waardoor de uitbarsting van den Montagne Pelée in 1902 des te ernstiger gevolgen had. In April van dat jaar deden zich de eerste verschijnselen voor, maar den 8en Mei ’s morgens om 8 uur stroomde een gloeiende dampmassa uit de vulkaan, in de richting van St.
Piere. Binnen enkele minuten was die stad verwoest en hadden 30.000 menschen het leven verloren. Den 20en Mei herhaalde zich de uitbarsting en nam toen langzaam af. Vóór deze ramp was M. een der welvarendste eilanden van West-Indië; in 1901 woonden er ruim 200.000 menschen, een dichtheid van bevolking dus van 210 per K.M.2; een jaar later na de ramp was de bevolking met 1/7 verminderd. In zooverre heeft het eiland zich hersteld, dat er thans weer 194.000 menschen wonen. De groote meerderheid (100.000) daarvan zijn Negers en Mulatten, waarnaast slechts 10.000 Blanken voorkomen; de overige bewoners zijn Indische koelies. Uitvoer van suiker en cacao. Hoofdstad is Fort de France, 30.000 inw.
M. werd in 1493 door de Spanjaarden ontdekt. In 1635 kwam het aan Frankrijk, waaraan het gebleven is behoudens eenige korte bezettingen door de Engelschen van 1762 tot 1763, van 1794 tot 1802 en van 1809 tot 1816.