Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Maréchaussée

betekenis & definitie

Maréchaussée. - De naam zou beteekenen „wegbewaker”. Ouder dan de Rijksveldwacht en van Franschen oorsprong. Het korps werd in ons land na de ontruiming door de Franschen ingevoerd en vulde de toenmaals gebrekkige politieregeling aanmerkelijk aan. Volgens verschillende schrijvers zou de naam m. meer zijn oorsprong vinden in de omstandigheid, dat dit korps in Frankrijk onmiddellijk onder de veldmaarschalken stond.

Terwijl het hier den ouden naam bleef behouden, werd deze in Frankrijk veranderd in gendarmerie. De tegenwoordige m. werd in België bij Besluit van den Souvereinen Vorst van 30 Januari 1815 opgericht en nader geregeld bij Algemeen Reglement van den inwendigen dienst der maréchaussée van 28 Maart 1815. Zij werd opnieuw georganiseerd bij Besluit van 28 April 1817. In 1818 werd het korps uitgebreid met een vierde afdeeling. Die afdeeling deed dienst in Noord-Brabant, de andere in de Zuidelijke provinciën. Reeds vóór 1850 was het korps aangevuld tot twee compagnieën en lag toen verspreid in Noord-Brabant, Limburg en Zeeland. Hoewel het korps in tijd van vrede ten dienste der politie en justitie is, en de officieren en onderofficieren belast zijn met het opsporen van strafbare feiten en tevens hulpofficieren van Justitie zijn, is het tot heden een militair korps gebleven.

Een deel van het korps is bereden. De m. surveilleert iederen dag op het platteland en nabij de grenzen en is in het algemeen werkzaam in het opsporen van misdadigers, terwijl haar taak verder is, te waken voor orde, rust en veiligheid. Het korps staat onder bevel van een kolonel of luitenant-kolonel, inspecteur van het wapen. Het is verdeeld in een staf, vier divisiën en een depôt. De divisiën zijn verdeeld in districten; de districten zijn verdeeld in brigades. Zie POLITIE.

< >